dinsdag 30 oktober 2007

Op naar 150 dagen politieke lafheid

Vlaamse vrienden,

Normaal gezien is het niet van mijn gewoonte om commentaar te leveren op de actuele politieke gebeurtenissen. Ik beschouw deze blog namelijk meer als een plaats waar ik politiek-filosofische gedachten de wereld kan insturen en als ik al eens de actualiteit aangrijp is het om zo'n onderliggend inzicht naar boven te halen. Maar de hedendaagse politieke toestand begint nu ook mij zo danig te beroeren dat ik u ook een analyse ten beste geef.

Ik begin bij BHV. Dat zou op 7 november eenzijdig gesplitst worden in de Kamercomissie Binnenlandse Zaken onder leiding van Pieter De Crem. De enige plaats waar de Vlamingen wél nog numerieke overwicht hebben op de Walen is namelijk het parlement. Maar ook daar wordt geaarzeld, uit zelfcensuur, omdat men weet dat bij een eenzijdige splitsing de Walen de alarmbelprocedure bovenhalen. In dat geval vliegt het splitsingsvoorstel naar de regeringstafel, maar dit is een regering van lopende zaken, die over zo'n fundamentele wetswijzigingen niet meer mag beslissen. Na dertig dagen komt het wetsvoorstel terug in de Comissie, waar men nogmaals kan stemmen om het eenzijdig te splitsen. Ook voor een tweede maal kunnen de Walen de alarmbelprocedure inroepen, waardoor hetzelfde scenario zich herhaalt. Na een nieuwe periode van dertig dagen keert het onding dan terug. En zo kan het nog een tijdje doorgaan. De Walen kunnen grondwettelijk gezien blijven trekken aan de alarmbel.

Dit lijkt een uitzichtloze situatie voor de Vlamingen. Dit is echter maar schijn. De alarmbel is eigenlijk een vetorecht van een minderheid. En iedereen weet dat de waarde van een vetorecht omgekeerd evenredig is met haar gebruik. Hoe meer men dit recht inroept, hoe meer men dit recht uitholt. In plaats van nu echter de Walen te dwingen dit machtsmiddel uit te putten, laten wij het intact als middel tot zelfcensuur. Elke politieke handeling die we stellen, meten we af aan hun reacties. Dat is een defensieve strategie. We vertragen zélf de splitsing van BHV in de Kamercomissie "om de onderhandelingen nog een kans te geven". Welnu, die onderhandelingen hebben net daardoor geen kans meer: we halen elke druk van de ketel.

Resoluut, met alle partijen duidelijk maken dat BHV gesplitst wordt, zelfs al komt er een constitutionele crisis, dát is ballen laten zien. Daarom neem ik het dreigement van CD&V/N-VA en OpenVLD in de Zevende Dag niet serieus: ze winden er teveel doekjes om. Op de vraag of op 7 november het arrondissement en de kieskring sowieso gesplitst wordt antwoordt men niet met een eenduidig ja, men laat openingen. En dat maakt geen indruk. Allemaal aan hetzelfde zeel trekken, niet bluffen, en gáán voor die crisis, dát maakt pas indruk. Dán pas gaan de Walen aan damage control proberen te doen, en geraken zij in het defensief. Nu slapen ze op hun twee oren, en voegen zelfs nog eisen aan het pakket toe, zoals de aanstelling van de burgemeesters in de faciliteitengemeenten. Hoe meer we de overkant proberen te sparen, hoe zwakker we ons tonen en hoe meer rotsblokken op onze weg komen.

Hoe is het toch mogelijk dat wij als meerderheid zo met ons laten sollen? Men beweert in de media constant dat we met de Walen wel tot een akkoord moéten komen als we willen dat ... . Inderdaad. Als wat? Als we willen dat België blijft voortbestaan? Inderdaad, dan wel. Als we echter de mening van de kiezer respecteren - die kiezer heeft blijkbaar enkel gelijk als ie Belgisch stemt - dan zien we dat aan Vlaamse kant op 10 juni men Vlaams gestemd heeft, en aan Waalse kant Belgisch. Dat zijn nu eenmaal twee onverzoenbare standpunten, en één van de twee partijen zal inderdaad moeten plooien. Een compromis is in deze niet meer mogelijk: "Ofwel blijft België bestaan en dan is het op onze voorwaarden, ofwel gaan we verder zonder België." Dat is de enige zin die men in heel dat formatieberaad met krachtige stem, in overtuiging en gezamenlijk met alle partijen moet zeggen. Maar daar is politieke moed voor nodig. En meer dan vijf minuten.

Onze generatie is daar nog niet klaar voor. Bart De Wever is de voorbode van die nieuwe generatie Vlamingen, die zonder complexen de bestuurlijke absurditeit van dit land kan uitleggen, maar die nieuwe elite is nog jong, zeer jong. De federalistische eminence grise, die nog sterke voeling heeft met het hof, en de oude franstalige milieus is nog zeer sterk. De recuperatietechnieken om YFP (young flemish potentials) zich in het Belgische project te laten inschrijven zijn nog talrijk (steunraden van de KBS, de Nationale Kloterij, de adellijke lintjes, de inmense cultuursubsidies voor anti-Vlaamse intellectuelen, noem maar op) en de semantische vervuiling van vlaamsgezind (is gelijk aan onverdraagzaam, rascistisch, fascistisch, kneuterig, bekrompen, ...) is nog te sterk.

Het zal nog een dertigtal jaar vergen voor de studenten pol&soc, rechten en economie die vandaag de toestand in hun papers moeten analyseren zelf aan de onderhandelingstafel zitten. Maar de geest is uit de fles. De onafhankelijkheidsgedachte is al bespreekbaar geworden en dat is een verdienste op zich. Deze regering zal er echter niet in slagen om vooruitgang te boeken. Dat staat nu wel vast. De hele aanpak was nooit agressief, terwijl het mandaat daarvoor wel gegeven was. Vlaanderen heeft met verpletterende stemverschuivingen laten horen dat een staatshervorming moet. Dat onze politieke klasse er niet slaagt in haar beloftes waar te maken hebben zij enkel aan zichzelf te danken. "De Walen wilden niet" is een flauw excuus. Men moet hen dwingen. Zij hebben het recht niet om België te blokkeren. Zij zijn een minderheid en moeten de houding aannemen die daarbij past. Klinkt dit als de taal van een nationalist? Bedenk dan dat wij de enige natie in de wereld zijn die als MEERDERHEID de onafhankelijkheid wil en daar niet in slagen. In Catalonië bekijkt men ons als mietjes. Zij zijn daar een minderheid en hebben in twintig jaar politiek meer bereikt dan wij in heel onze hele honderdjarige ontvoogdingsstrijd.

In feite zouden wij daar gewoon zelf moeten kunnen over beslissen. Maar dat kan niet, omdat diezelfde emincence grise die zich nu Minister van Staat mag noemen in 1970 onze numerieke meerderheid verkocht heeft voor wat cultuurautonomie, terwijl we met onze demografische meerderheid véél meer hadden kunnen bereiken. Wie zich Minister van Staat mag noemen, heeft per definitie iets op zijn kerfstok, want men is Minister van Staat van België. En dat wordt je niet zonder België minstens één keer gered te hebben. Dat geldt ook voor Hugo Schiltz die in 1978 het Egmontpact maar bleef verdedigen en daardoor de stichter werd van het Vlaams Belang. De Vlaamse Beweging denkt nog steeds dat het dit plan verijdeld heeft, maar de grootste stukken ervan werden toch gerecupereerd in latere akkoorden.

Het Sint-Michielsakkoord van 1993 mag met enige reserve het beste akkoord genoemd worden dat binnen het sowieso al onrechtvaardige kader kon bereikt worden. "Het is een akkoord van die orde dat we moeten kunnen afsluiten", sprak Bart Dewever vóór de verkiezingen. Het lijkt erop dat we naar een tweede Lambermont gaan. Het is te laat. Het kalf is verdronken en ligt te rotten in de put. En voor het water daarvan ons allemaal vergiftigt, dempen we die best ... met de resten van orange-bleue. Haal de stekker eruit jongens, het wordt toch niks meer. En laat de Walen het nu zélf maar eens oplossen.

Hasta la republica flamenca,

Smithson.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten